LED-verlichting voor stal en boerderij

17 Waarom moet de verlichting worden aangestuurd? In het gebouw wilt u een bepaalde lichtsterkte waarborgen (bijv. 200 lux wordt voor melkveestallen aanbevolen). De daglichtinval verschilt door de dag heen echter sterk. Over het algemeen is er op dagen in de zomer ook meer zon/licht dan in de winter. Als de verlichting zodanig is ingesteld dat zij bij een geringe daglichtinval in het gebouw de gewenste helderheid creëert, dan is het bij een hoge daglichtinval te licht. Hierdoor zou energie worden verspild. U wilt in de stal een lange daglichtfase creëren om de melkproductie te verhogen? U wilt de verlichting natuurlijk niet elke dag al heel vroeg ‚s ochtends inschakelen en pas heel laat ‚s avonds weer uitschakelen. De lichtbesturing van Kerbl biedt de oplossing: hiermee kan tijdgestuurd en afhankelijk van het aanwezige daglicht de kunstmatige stalverlichting in- of uitgeschakeld worden, of door automatisch dimmen zelfs een constant lichtniveau worden gerealiseerd. Welke besturingsmethoden zijn mogelijk? Begin van de dag Einde van de dag Verlichting constant lichtniveau natuurlijk daglicht Regeling van de verlichting met een binnensensor De optimale lichtregeling kan ook rekening houden met de invloed die de gebouwschil op de lichtsterkte in het gebouw heeft. Wanneer bijvoorbeeld alle ramen op grond van een sterke zoninstraling zijn verduisterd, dan moet de verlichting binnen toch worden ingeschakeld. Hiervoor wordt een lichtsensor in het gebouw gemonteerd. De lichtsterkte kan dan niet alleen door het in- en uitschakelen, maar ook door automatisch dimmen van de verlichting worden geregeld. Zo is er tussen de aangegeven in- en uitschakeltijden sprake van een constant lichtniveau in het gebouw. Besturing van de verlichting met een buitensensor een tijdschakelklok de in- en uitschakeltijden in de ochtend en in de avond worden ingesteld. Besturing voor ledverlichting Een lichtsensor meet hoe licht het buiten is. Als de lichtsensor registreert dat het daglicht toereikend is, wordt de verlichting in het gebouw uitgeschakeld. Als het aanwezige daglicht onder een ingestelde drempelwaarde uitkomt, wordt de verlichting ingeschakeld. Wanneer dimbare lampen worden ingezet, kan hierbij ook worden vastgelegd dat de verlichting wordt gedimd. Tegelijkertijd kunnen met

RkJQdWJsaXNoZXIy MTUxMjAyMw==