5 Basisbegrippen van de lichttechniek Het is vandaag de dag niet meer voldoende om het lichtvermogen van een lamp alleen aan de hand van de wattage te beoordelen. Doorslaggevend is veeleer de lichtstroom (lumen) alsook de lichtopbrengst (lumen per watt). Lichtstroom Eenheid: lumen (lm) De lichtstroom omschrijft de totale, door een lichtbron in alle richtingen afgegeven lichthoeveelheid. De lichtstroom is een belangrijk criterium bij de vergelijking van lampen. Lichtopbrengst Eenheid: lumen per watt (lm/W) De lichtopbrengst beschrijft het rendement van een lamp en wordt berekend aan de hand van de verhouding van de afgegeven lichtstroom ten opzichte van het opgenomen vermogen. Lichtsterkte Eenheid: Lux (lx) 1 lux = 1 lm/m² De lichtsterkte wordt omschreven als de totale invallende lichtstroom die op een bepaald oppervlak terecht komt. De lichtsterkte is uiteindelijk de doorslaggevende waarde voor de beoordeling van de helderheid op een bepaald punt in de ruimte. Hoe verder weg de lichtbron is, des te groter wordt het verlichte oppervlak en des te kleiner is de lichtsterkte. De meting van de lichtsterkte in de stal dient op ooghoogte te geschieden. 1 lumen Watt Lumen 1 lux 1 m² Voorbeeld Een gloeilamp van 100 watt levert een lichtstroom van ca. 1.000 lumen. Voorbeelden Klassieke gloeilamp ca. 10 lm/W Halogeenlamp ca. 18 lm/W LED-chip ca. 100-170 lm/W De nieuwe standaard met veel voordelen
RkJQdWJsaXNoZXIy MTUxMjAyMw==