Electric Fence 2020/21

18 Symbolen korte uitleg eenheid gedetailleerde uitleg ​ Aarding Stuks Om ervoor te zorgen dat de stroom ongehinderd uit de aarde naar het apparaat kan terugstro- men, moet het contact tussen aardpen en aarde zo goed mogelijk zijn (droge aarde geleidt de stroom vrijwel niet). Voor het inslaan van de aardpen (zou verzinkt moeten zijn) moeten daarom zo veel mogelijke vochtige plekken worden gekozen of de lengte van de aardpen moet zo beme- ten zijn, dat diepere, vochtigere aardlagen worden bereikt. Het aantal aanbevolen aardpennen is afhankelijk van de vermogensklasse van het apparaat. ​ Weerstand ohm Onderstaande weerstanden komen in een schrikdraadsysteem voor: weerstand in aarding  moet zo laag mogelijk zijn weerstand in geleidermateriaal  wordt uitgedrukt in ohm / meter. Hoe lager deze waarde, hoe beter het materiaal geleidt. Hoe langer de afrastering, hoe beter de geleiding van het gebruikte schrikdraadmateriaal moet zijn. De beste materialen hebben een weerstand van minder dan 0,25 ohm / meter. Weerstand van isolatoren  moet zo hoog mogelijk zijn ​ maximale spanning volt Deze spanning wordt bereikt bij een lage elektrische schrikdraadbelasting. ​ Nullastspanning volt Spanning, als er geen schrikdraad is aangesloten op het schrikdraadapparaat. ​ Spanning bij 500 ohm volt Spanning bij een schrikdraadbelasting van 500 ohm. ​ Laadenergie joule Energie die het schrikdraadapparaat opneemt. Het rendement van het schrikdraadapparaat resulteert uit de voor de gebruiker relevante waarde van de ontlaadenergie. ​ maximale ontlaadenergie joule maximale energie, die het schrikdraadapparaat aan de afrastering afgeeft; deze impuls wordt ook schoksterkte genoemd. ​ minimale ontlaadenergie joule Minimale energie, die het schrikdraadapparaat aan de afrastering afgeeft. Dit kan worden bereikt via een schrikdraaduitgang met gereduceerd vermogen of door selectie van de laagste stand van het schrikdraadapparaat. ​ Veulenschakeling ​ De veulenschakeling kan de gebruiker naar behoefte activeren. Wanneer een dier vast komt te zit- ten in de afrastering, wordt het dier door een veel grotere impulsafstand (verlengd naar 60 sec.) niet overmatig belast en is de kans groter dat het zichzelf kan bevrijden. Tegelijkertijd wordt een akoestisch en optisch alarm op het apparaat afgegeven. Verklaring van de symbolen